Zijn oog is altijd op je gericht

Zijn oog is altijd op je gericht

donderdag 26 februari 2009

Het zal zijn!

Het zal zijn in het laatste der dagen
Wanneer wet en moraal gaan vervagen
Dat huwelijken nog maar voorlopig zijn
Dat de mensen bang en wanhopig zijn
Want op straat word je zo neergeslagen

Het zal zijn in het laatste der dagen
Dat je niemand de weg meer kunt vragen
Geen huisje zal dan meer heilig zijn
En geen steegje zal dan meer veilig zijn
Want iedereen wil jou belagen

Het zal zijn in het laatste der dagen
Dat ze 't woord van God niet meer verdragen
Dat de mensen zijn wet niet meer willen
Zodat hun harten verkillen
En de liefde slechts gaat door hun magen

Het zal zijn in het laatste der dagen
Dat tenslotte er toch licht zal dagen
Dan zal de God die het leven geeft
Zijn Geest uitstorten op al wat leeft
Zodat elk kind van God profeteren zal
En de wereld de weg van God leren zal
En dat heel de schepping dan beven zal
Zodat wie Gods naam aanroept eeuwig leven zal
En als je het mij nu zou vragen
Leven wij in het laatste der dagen

(Tekst Jaap Booij)

Misschien is het wel leuk om te weten hoe mensen in 1976 al dachten te zien dat we in het laatste der dagen waren. Deze tekst sprak hoogstwaarschijnlijk toen echt wel over wat er zich in de maatschappij op dat moment afspeelde maar heeft zeker ook nu nog niet afgedaan. Integendeel, je zou bij het lezen van de tekst zelfs tot de conclusie komen dat het nu nog meer geldt. Zeker in de eerste drie strofen vinden we opmerkingen die niet onder stoelen of banken te steken zijn en waarmee we dagdagelijks geconfronteerd worden. Het laatste deel baart wel wat zorgen als je de inhoud bekijkt.
Het is een citaat uit Handelingen 2, wat dan weer een citaat is van de profeet Joël. Het gaat over Gods Geest die uitgestort zal worden op al wat leeft zodat elk kind van God profeteren zal. Profeteren moeten we dan niet lezen als het voorspellen van de toekomst, maar als het spreken namens God om zijn gedachten te vertolken vanuit zijn woord.
Bij het lezen van die tekst in Handelingen zou het voor de hand liggen om te denken dat deze profetie op dat moment, op pinksteren, in vervulling ging. Gods Geest werd inderdaad uitgestort, de Trooster kwam zoals Jezus dat gezegd had. De profetie heeft nu, voor ons, dus geen betekenis meer aangezien de vervulling ervan reeds toen geschiedde. Petrus zegt het duidelijk: ‘Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd…’ (Hd. 2:16). Het gebeurde inderdaad op dat moment toen de apostelen en andere leerlingen van Jezus in allerlei (bestaande) talen spraken. De Geest van God deed dat werk in hen. Op die dag kwamen er ongeveer drieduizend mensen tot geloof!
Hoezo? Waarom staat er dan: ‘aan het einde der tijden’ (vs 17), we zijn nu ondertussen al een kleine tweeduizend jaar verder. Het kan twee dingen betekenen. Ofwel was dat het einde der tijden omdat we toen overgingen van het oude naar het nieuwe verbond, van de tijd van Gods wet naar de tijd van Gods genade. Het zou echter ook kunnen dat we hier spreken over een meervoudige vervulling van de profetie van Joël. Dat wil zeggen dat het toen in vervulling ging, maar slechts gedeeltelijk, en dat de gehele vervulling ervan nog moet komen. In dat geval heeft het ons wel nog iets te zeggen over het laatste der dagen waarvan we zien dat ze voor de deur staan.
‘Dan zal ik tekenen geven aan de hemel en op aarde: bloed en vuur en zuilen van rook, de zon verandert in duisternis en de maan in bloed. Dan komt de dag van de HEER, groot en ontzagwekkend’ (Jl 3:3). Hier staat iets wat we duidelijk ook terugvinden in de Openbaring (6:12-16). Hetgeen daar beschreven staat lijkt iets te veel op de profetie van Joël om toeval te zijn. Maar dat is toch wel enkele tientallen jaren na pinksteren geschreven en spreekt over een ook nu nog toekomstige gebeurtenis. Dat wil zeggen dat het inderdaad een meervoudige vervulling inhoudt.
Wat is er dan wat zorgwekkend over het laatste deel van de tekst? Wel er zijn al heel wat tekenen des tijds maar hoe zit dat nu met dat profeteren, Gods Woord spreken? Op sommige plaatsen in deze wereld is dat wellicht al duidelijk zichtbaar maar hoe zit dat in het kleine landje waarin wij leven? Het lijkt mij zo dat God hoe dan ook Zijn plan wel zal volvoeren, ook als wij niets zouden zeggen of doen. Maar toch, het zou kunnen dat God nog mensen wil redden en ons daarvoor wil gebruiken. Zelfs al zou het slechts om één mens gaan, zouden we het dan niet doen? Stel dat het iemand is die je goed kent en die je liefhebt. Jezus is gestorven en opgestaan en deed dat zodat er mensen zouden gered worden. Zelfs al was het er maar één, zelfs dan zou Hij dat nog gedaan hebben.
Dus, misschien geloof je niet zo erg in een opwekking in België en zal de preek die je hoorde of gaf ook geen drieduizend nieuwe leerlingen opleveren. Als we geloven dat we in het laatste der dagen leven dan zou het wel eens tijd worden dat we beginnen te profeteren. Gods Geest is toch ook over ons uitgegoten, laten we ons dan maar met Hem vullen en ons daardoor bruikbaar maken om in Gods dienst te staan!