Zijn oog is altijd op je gericht

Zijn oog is altijd op je gericht

donderdag 27 november 2008

Proficiat, een zoon!

Het lijkt me toch wel heel normaal dat een vader blij is dat hij een zoon krijgt. Hoewel sommigen zeggen dat dat niet zo belangrijk is, blijkt het echter bij de meeste wel zo te zijn dat een zoon krijgen hoog op het verlanglijstje van mannen staat. Het heeft waarschijnlijk wel te maken met het feit dat het om een soortgenoot gaat van hetzelfde geslacht, zoals een moeder het ook zal leuk vinden om een dochter te hebben. Het geeft een bepaalde verbondenheid omdat je toch iets beter in het kind zijn of haar gedachtenwereld kan meevoelen. Natuurlijk is het zo dat het kind in de leefwereld van de ouder terechtkomt en daarin opgroeit. Een dochter zal dus snel meehelpen met haar moeder en een zoon met zijn vader. Maar dit is een menselijk perspectief en gaat niet altijd op, zeker in de postmoderne tijd waar de standaardwaarden van een gezin niet meer vanzelfsprekend zijn.
In het verleden was een kind krijgen net als nu een fantastisch gebeuren. Maar als je als vrouw geen kind kon krijgen dan was je voor de samenleving vaak een onbelangrijk en geminachte persoon. Je moest als vrouw kinderen op de wereld zetten wilde je meetellen. Ook naar je man toe was het van belang dat je zijn kind droeg en opvoedde. Je gaf hem daarmee aanzien en het was een eer om hem kinderen te schenken. (wat is er veel veranderd!!). Nog belangrijker was het om een zoon te hebben want dan gaf je je man een erfgenaam, een opvolger, iemand die zijn naam voortzetten kon. Het was ondenkbaar dat al je bezittingen zouden overgaan naar een andere naam. Het was dus zeer belangrijk!
Waarschijnlijk is dat de reden waarom dat bij mannen ingebakken zit dat ze graag een zoon krijgen, het zit er al van vroegere tijden.
Eén verhaal in de bijbel maakt dat extra duidelijk, dat van Abraham en Sara. Zij kon geen kinderen krijgen en daar zullen ze beide wel onder geleden hebben. Misschien was het daarom ook wel minder moeilijk om op te geven wat ze in Ur hadden, ze hadden geen toekomst op dat gebied en dus ook niets te verliezen. Toen ze later de belofte kregen van een zoon, iemand die hun nageslacht zou voortzetten, een erfgenaam, was dat ongelooflijk goed nieuws voor hen. Wat moet dat een mooi moment geweest zijn dat die twee oude mensen toch een kind kregen van God, want dat zullen ze wel duidelijk beseft hebben. De lang verwachte zoon werd geboren, nu was er weer hoop, nu was er weer een toekomst. Ze hadden de hoop al wel wat opgegeven eerst, vandaar het lachen bij het krijgen van de belofte, maar ze geloofden ook dat bij God alles mogelijk is.
Het zal een plezier geweest zijn om het kind te zien opgroeien, ze zullen er heel wat aandacht aan besteed hebben om hem gereed te maken voor het leiderschap wat hij later zou moeten opnemen.
Het zal dus best een zware klap geweest zijn dat deze zelfde God die hun het kind gaf met de opdracht kwam om Izaäk te offeren. Het staat niet beschreven maar wat moet er door Abraham zijn hoofd gegaan zijn. Wist Sara ervan af of heeft Abraham het haar niet verteld omdat hij wist hoeveel hartzeer ze ervan zou hebben? Al hun hoop de grond in geboord, de toekomstplannen konden ze wel vergeten, de opvolging zou niet meer verzekerd zijn, geen erfgenaam meer. God stelde Abraham op de proef en wat voor een proef! Hoe zouden wij scoren? God wilde zien of Abraham, nu hij een zoon had, nog altijd op God vertrouwde en niet op het feit dat er nu een erfgenaam was. Hij moest leren om zelfs dat op te geven en volledig zijn toekomst aan God toe te vertrouwen. Hoeveel dingen zijn er in ons leven waarin wij vertrouwen stellen? Ons pensioen misschien? Of andere vooruitzichten zoals de hoop op een welstellender leven, een droomcariere of zijn onze kinderen ook een godje. Abraham toont toch maar even een staaltje van groot geloof, hij laat het niet bij woorden maar laat zien dat dat geloof ook echt is, hij vertrouwde echt op God. Wat een voorbeeld voor ons dat hij doorging en wat een bemoediging dat God hem toch zijn zoon schonk. Als je alles opgeeft voor God zorgt God ervoor dat je méér dan dat terugkrijgt. (zie ook Job)
Zit hier enig vergelijk met wat God ervaren heeft? Zou Hij zolang op Zijn Zoon gewacht hebben als Abraham? Eindelijk dé Persoon die de zonde van de wereld op Zich zou nemen. Eindelijk Iemand die wilde de schuld van de mens op Zich nemen om de mens weer tot Hem te brengen. Toen Jezus geboren werd, zou God toen ook zo blij geweest zijn met Zijn opvolger, Zijn erfgenaam? Bij het opgroeien zal God wel met tederheid naar Hem gekeken hebben en bij de doop van Zijn Zoon spreekt Hij ook uit hoe Hij over Hem denkt. ‘Dit is Mijn geliefde Zoon in wie Ik welbehagen heb’ spreekt boekdelen over hoe trots en blij Hij is met Zijn Zoon.
Later ging Hij aan het kruis en stierf daar voor ons. Wat moet er door het hart van de Vader gegaan zijn? We weten het niet precies, we weten wel dat het de wil van de Vader was dat het zo zou lopen maar toch kunnen we wel de menselijke gevoelens in beschouwing nemen om in te zien dat het niet vanzelfsprekend was. God had ons, slechte en verdorven mensen, meer lief dan Zichzelf, meer dan Zijn Zoon en liet dat daar zien. Niet enkel woorden van liefde maar een daad van ongelovelijke onbaatzuchtige liefde. Hij gaf alles op voor ons.
Zijn Zoon liet Zich leiden naar de slachtbank als een gewillig lam, zoals Izaäk, Hij vertrouwde ook op Zijn Vader en zag wat de erfenis zou zijn van hetgeen Hij zou doen. Hij had ons voor ogen en wist wat de vrucht zou zijn van deze liefdesdaad.
Tegen Jezus kunnen we daarom van harte zeggen: ‘dank U wel!’ en tegen Zijn Vader (en nu ook de onze) zeg ik: ‘Proficiat met Uw Zoon!’

maandag 3 november 2008

ben je het vergeten?

Hoe vaak moesten je vader en moeder tegen je zeggen dat je weer vergeten was je tanden te poetsen of je schoenen op hun plaats te zetten. Je kamer was weer niet opgeruimd of de klusjes die je verondersteld werd te doen bleken weer eens niet gebeurd. Pa of ma werden er dan humeurig onder en kwamen je dan dreigend ondervragen met de hamvraag:’ ...of ben je het vergeten misschien?’ met daarna direkt gevolgd door: ‘hoe is het toch mogelijk?’. Het zijn misschien niet de leukste momenten uit onze kinderjaren maar vaak wel de momenten die ons leerden consequent te zijn, onze verantwoordelijkheid op ons te nemen en vooral dat het ene bij het andere hoort. Bij het eten horen er vuile potten en pannen, bij het uithalen van speelgoed hoort het opruimen en bij het knutselen en kliederen hoort het proper maken. Het ene brengt het ander met zich mee en wie zou er soms geen kaboutertje willen hebben om het tweede deel aan over te laten zodat we alleen nog zouden moeten doen wat we willen doen? Ouders moeten ons toch leren dat het niet allemaal loopt zoals wij willen en confronteren ons daarmee zodat wij groot kunnen worden en op een dag op onze eigen pootjes kunnen gaan staan zonder aldoor hulp te moeten vragen bij pappie en mammie. We leren onze eigen schoentjes dichtknopen en onze plan trekken als grote mensen die op onze beurt weer andere kleine mensjes dienen op te voeden tot volwassenen. Zo gaat het er al eeuwen aan toe en zo zal het blijven tot op die dag...
In deze voorbeeldjes zitten weer geestelijke lessen voor onze groei naar volwassenheid. Heel veel zaken die we zien bij het groot worden van kind naar volwassenheid zien we ook bij het geestelijk leven weer. Paulus gebruikt het voorbeeld van voedsel en zegt in de Korinthe- en Hebreeënbrief dat zuigelingen melk nodig hebben en geen vast voedsel verdragen. Maar buiten het voorbeeld van voedsel zijn er nog voorbeelden te vinden van hoe God Zijn kinderen opvoeding geeft. Het is natuurlijk zo dat wij als kinderen van God ons direkt op de vingers getikt voelen als er daar iemand iets durft over te zeggen. Maar toen onze ouders iets zeiden en ons daarmee iets wilden leren, deden ze dat omdat het ons ten goede zou komen en omdat ze het beste met ons voor ogen hadden. Toch deden wij wel lastig en luisterden we niet zo goed altijd en wilden onze eigen gang gaan en het kaboutertje inschakelen. Zo is het ook nu, God, onze hemelse Vader heeft het beste met ons voor en weet écht wat er goed is voor ons. Hij weet ook precies wat we allemaal nog moeten leren vooraleer we op ‘eigen’ benen kunnen staan. Hij duwt ons de juiste richting uit, Hij geeft te kennen wat Hij wil van ons, Hij corrigeert ons en motiveert ons. Soms vraagt Hij ons om op te ruimen of de boel opnieuw te ordenen, Hij is liefdevol, geduldig, streng en rechtvaardig met ons bezig om ons te maken tot Zijn Zonen en Zijn Dochters, grote en goed opgevoede Christenen die gehoorzaam zijn en volmaakt en heilig (zie Rom 6).
Als kind konden wij heel vaak tegenstribbelen en sommige zaken echt niet leuk vinden. Zo is het bij de lessen van God ook vaak. Hoe vaak zou God eigenlijk moeten uitkomen op de vraag: ‘ben je het vergeten?’ en direkt daarna stellen wij onszelf de vraag: ‘hoe is het toch mogelijk?’.
Als God ons bepaalde dingen beloofd en ons dingen geleerd heeft, onthouden wij die dan ook? Zal ik het anders stellen: Ben je wel zeker van het eeuwige leven? Ben je wel zeker van de vergeving en de genade die Hij je aanbiedt? Ben je wel zeker dat Hij je een nieuw leven geeft? En dat je volmaakt en geheiligd bent door het bloed van Zijn Zoon? Ben je wel zeker dat je vrijgekocht bent en dat er een hemelse plaats voor je bereid word? Dat Hij je liefheeft; Hij je wil doen groeien in gerechtigheid; Hij je Meester is; Hij je zonden gedragen heeft en niet meer gedenkt; Hij terug zal komen om ons te halen; Hij overwinnaar is van de dood? Allemaal vragen die we kunnen beantwoorden aan de hand van ons bijbeltje en omdat ons denken deze dingen wel begrijpt. Hoe zit het echter als het puntje bij paaltje komt en ons gevoel vaak net het omgekeerde verteld en we beginnen te twijfelen? Laten we Hem altijd aan het Woord of alleen als we het zelf niet meer weten of kunnen. Gaan we echt vertrouwen op Hem of geloven we alles tót we het in praktijk moeten brengen?
Ben je het vergeten misschien dat je volledig opnieuw kan beginnen in Zijn Kracht en met en door Zijn Geest. Enig idee wat dat precies inhoudt?
Ben je het vergeten misschien dat Hij je geroepen heeft om onberispelijk en rein voor Gods aangezicht te wandelen, of ben je dat gaan compromiteren en je gaan aanpassen tot het niveau van de gemiddelde kerkganger?
Ben je het vergeten dat je je ballast van het verleden en de zorgen van elke dag en van de toekomst bij Hem mag afgeven?
Ben je vergeten dat je dood bent geweest en weer opgestaan?
Veel vragen hé! Laat je niet ontmoedigen als het antwoord niet aldoor zo goed is maar begin opnieuw en ga radicaal en toegewijd op pad met Hem.
Gebaseerd op het ‘kinderlied’

‘Als je bent vergeten, o ja dan moet je weten,
dat Jezus steeds dezelfde is en blijft in eeuwigheid.
Hij wil nog steeds vergeven wat je ook hebt misdreven
Maar jij moet alles geven, want pas dan word je bevrijd

Refrein
Als je je bekeert pas dan komt er vrede
Je leven wordt vernieuwd net zoals bij mij
Jezus is de Heer die niemand teleurstelt,
Mensen doen dat wel, maar de Heer faalt nooit.

Je zult het ondervinden, dat God houdt van Zijn kinderen
Ervaren wat een grote vrede Jezus Christus geeft.
Van welk een grote waarde ben jij op deze aarde,
Ja, meer dan overwinnaar mag je zijn door Hem, die leeft.

Jezus is mijn Koning, mijn hart is nu zijn woning,
Hij’s alles in mijn leven, ’t maakt me elke dag weer blij.
Met Hem mag ik nu wand’len, zoals Hij deed mag ‘k handelen
Ik zou je willen vragen: is ’t bij jou, zoals bij mij?