Zijn oog is altijd op je gericht

Zijn oog is altijd op je gericht

zondag 25 oktober 2009

Double minded

Hier gaan we even wat gevaarlijks doen, je zult wel zien! Op het eerste gezicht zul je misschien niet willen verder lezen maar bijt toch maar eventjes door! Het is niet wat je denkt.

Ik prijs het in u dat u mij bij alles als voorbeeld neemt en u aan de voorschriften houdt die ik u gegeven heb. Ik moet u echter nog het volgende zeggen.
Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus. Iedere man die met bedekt hoofd bidt of profeteert, maakt zijn hoofd te schande. Maar een vrouw maakt haar hoofd te schande wanneer ze met onbedekt hoofd bidt of profeteert, want ze is in dat geval precies hetzelfde als een kaalgeschoren vrouw. Een vrouw die haar hoofd niet bedekt, kan zich maar beter laten kaalknippen. Wanneer ze dat een schande vindt, moet ze haar hoofd bedekken.
Een man mag zijn hoofd niet bedekken omdat hij Gods beeld en luister is. De vrouw is echter de luister van de man. (De man is immers niet uit de vrouw voortgekomen, maar de vrouw uit de man; en de man is niet omwille van de vrouw geschapen, maar de vrouw omwille van de man.) Daarom, en omwille van de engelen, moet een vrouw zeggenschap over haar hoofd hebben. Echter, in hun verbondenheid met de Heer is de vrouw niets zonder de man, en ook de man niets zonder de vrouw. Want zoals de vrouw uit de man is voortgekomen, zo bestaat de man door de vrouw – en alles is ontstaan uit God. Oordeelt u daarom zelf. Is het gepast dat een vrouw met onbedekt hoofd tot God bidt? Leert de natuur zelf u niet dat lang haar een man te schande maakt, terwijl het een vrouw tot eer strekt? Het haar van de vrouw is haar gegeven om een hoofdbedekking te dragen.
Iemand die meent zo eigenzinnig te moeten zijn af te wijken van wat ik zeg, dient te bedenken dat wij noch de gemeenten van God een ander gebruik kennen.
(1 Ko 11:2-16)

Ben je er doorgekomen? Het is een zware dobber en hoeveel discussie heeft dit al teweeggebracht? Christenen zijn er elkaar vaak voor 'in de haren' gevlogen en het is al vaak tot een echte 'haarkloverij' gekomen en dat is nu niet de bedoeling.
Misschien mag dit wel vermeld worden over dit stuk uit Gods Woord: het is wel Gods Woord en dus kunnen we niet negeren dat het erin staat, we moeten er niet met een boog omheen lopen. Verder dit: meestal zijn het mannen geweest die zich over dit stuk uit de bijbel gebogen hebben en hierin een standpunt genomen hebben voor de vrouw. Zo kwam men dan tot besluit dat de vrouw een hoofdbedekking moet aandoen. Vroeger was dit misschien wel minder een probleem maar nu de vrouw toch een geëmancipeerde plaats verworven heeft lijkt het beter dat elke vrouw dit nu maar eens voor zichzelf uitzoekt. De vraag is dan voor alle gelovige vrouwen: ‘hoe ziet God dit en wat verlangt Hij van mij dat ik doe om Hem te eren?’. Het zou goed zijn dat iedere man dat maar loslaat en aan de vrouw overlaat, vrouwen zijn mans genoeg!
Maar daar gaan we verder niet op in. Het gaat meer om het principe dat erachter zit. Het is namelijk zo dat de vrouw in deze tekst zich anders gaat gedragen omdat ze in de kerk komt. De vrouwen in die tijd hadden sowieso een hoofdbedekking op, de hele dag door, en ze deden die af bij het samenkomen van de gemeente. Nu moet vermeld worden dat dit slechts een mening is dat dit stuk zo te interpreteren is (wel één die het overwegen waard is, niet zomaar uit lucht gegrepen). Maar laten we veronderstellen dat het zo is uit te leggen. De vrouwen gingen zich dus anders gedragen in de gemeente dan dat ze buiten de gemeente deden. Als we deze insteek gaan hanteren voor het uitleggen dan is het principe dat hierin naar voren komt wel duidelijk: ‘gedraag je niet anders in de kerk dan daarbuiten’.
Dit is wel minstens zo confronterend! Hoe vaak gedragen mensen zich zo anders in de kerk dan daarbuiten? Als we een grote katholieke kerk bezoeken en onder de indruk zijn van de weelde en grootsheid van het gebouw en de ornamenten daarin dan worden mensen stil. Dat hoort ook zo, toch? Of ligt het niet zozeer aan de kerk zelf maar aan de sfeer die een heiligdom volgens ons behoort te hebben, sereen, plechtig en vol schroom? Hoe komt dat nu precies? Waarom gaan we ons anders gedragen? Uit eerbied voor God misschien, dat zou best mogen ook, soms lijken mensen te weinig eerbied te hebben. Het is eigen aan ons dat we ons altijd beter willen voordoen dan we werkelijk zijn of dat we tenminste naar de ander zijn verwachting willen opleven of zo. Als iemand vraagt ‘hoe is het?’ dan zul je zelden horen dat het slecht gaat. Vaak zeggen we dan ‘goed’ ook al is dat eigenlijk niet zo.
Zo heb je mensen die in de kerk binnenkomen en ze zijn o zo blij en opgewekt, ze laten zichzelf overkomen als de gelukkige christen bij wie het allemaal snor zit. Later blijkt dan dat ze helemaal niet zo opgewekt zijn in hun dagelijkse bezigheden maar eerder brompotten blijken. En dan heb je het omgekeerde ook, mensen die thuis heel gewoon, sociaal en vlot in de omgang zijn, slaan opeens om in een stugge, starre houding en kunnen met moeite ‘goedendag’ zeggen tegen de medegelovige. Beide van deze soort wil zich beter voordoen dan ze zijn en beide denken beter te zijn dan die ander door hun gedrag. Ze proberen een vorm van christen-zijn aan te nemen door zich zo te gedragen als van hen verwacht wordt. De één doet zich gelukkiger voor dan hij of zij is, de ander doet zich voor als de religieus, de ingetogen en eerbiedige persoon. Het zijn beide typen van de farizeeër die zich op de borst sloeg en zei: ‘gelukkig ben ik niet zoals hij daar (de tollenaar)’. Kijk, ik gedraag mij zoals God wil dat ik mij gedraag in Zijn huis.
Is dat waar? Is er een bepaald gedrag voorgeschreven in Gods huis, de gemeente? Moeten we stil, eerbiedig zijn en er dan bij zitten alsof we depressief zijn? Of moeten we opgewekt, uitbundig en uitgelaten zijn? Ik denk dat we uit het tekstgedeelte kunnen opmaken dat we ons niet anders moeten voordoen dan we eigenlijk zijn. Voelen we ons eens niet goed? Dat geeft niet, we hoeven ons niet blij voor te doen! Voelen we ons uitgelaten? Dat geeft ook niet, we hoeven ons niet depri te gedragen. Wat is eerbied hebben voor God dan? Wel, het woord zegt het zelf, Hem eer bieden. Hem dus eren door wie we zijn, niet door wie we volgens de kerkregels zouden moeten zijn. Pas als we ons gedragen zoals we echt zijn, zoals God ons geschapen heeft, geven we Hem de eer, anders zoeken we eigen eer en eer van mensen.
We mogen bij God komen zoals we zijn, zo lief heeft Hij ons. Maar Hij heeft ons té lief om ons zo te laten. (Visje). Dat betekent dat Hij ons wel vormt en dat niet alle gedragingen door de beugel kunnen.
Nader tot God, dan zal hij tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars. (Jk 4:8). In het engels staat er hier niet ‘weifelaars’ maar ‘double minded’ wat zoveel betekent als ‘iemand met twee gezichten’. Hebben wij twee gezichten of laten we ons ware gezicht zien? Gedragen we ons zoals we zijn of doen we ons voor als ‘de goeie christen die doet zoals het hoort’? Hoe dan ook, kijk eens naar jezelf en vul het maar in. Wees eerlijk met jezelf, God kent je hart, Hem hou je niet voor de gek hoor! Hij is het die het hart en de nieren toets.