De goede voornemens. Elk jaar dat eindigt wordt geëvalueerd. De balans wordt opgemaakt en in veel bedrijven worden stocktellingen gehouden om te zien of de aantallen een exacte weerspiegeling zijn van de veronderstelde gegevens. Winsten of verliezen worden berekend op basis daarvan. Alle rekeningen worden nog vereffend en het nieuwe jaar kan begonnen worden met een propere lei. Tenminste...eerst die evaluatie eens goed bekijken en er lessen uit trekken voor de toekomst. Niet zomaar dezelfde fouten begaan en verder gaan op een pad dat beter niet bewandeld word.
Dus eerst de balans opmaken, dan de correcties aanbrengen en dan pas opnieuw starten.
Nemen we een voorbeeld aan Daniël dan zou dat als volgt zijn: Daniël werd in ballingschap meegevoerd naar Babel, hoofdstad van het toenmalige wereldrijk. Dit gebeurde door redenen die misschien niet echt zijn eigen schuld waren maar doordat Israël zich als een ‘slechte vrouw’ gedroeg. Ze was overspelig en lag bij andere mannen. Ze tergde haar Echtgenoot in zodanige mate dat Hij haar gewaarschuwd had dat ze de consequenties daarvan dragen zou. Maar Israël werd onbuigzaam en zelfs een vijand van Hem. Hij verwierp haar (Rm 11). De straf was de ballingschap naar een land van afgoden. Israël mocht nu bij haar minnaars gaan leven, weggestuurd door haar Man.
Daniël droeg daar mee de gevolgen van, ook hij moest gaan naar dat land waar de afgoden gediend werden en niet God. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam (Rm 11) dus niet iedereen had hier schuld aan, waarschijnlijk ook Daniël niet.
Daniël maakte de balans op: zijn volk was niet goed bezig geweest en volgde niet de geboden van de Heer en luisterde niet naar Zijn wil. Zijn volk stond nu ver verwijderd van God, weggestuurd. Was dit een positieve balans? Neen, dat zag Daniël ook wel in. Maar hoe ging hij er mee om? Wat zou hij daaraan kunnen veranderen?
Daniël kwam aan het hof van de koning van Babel, Nebukadnessar. Hij werd daar opgeleid en was geschikt bevonden om aan het hof te dienen. De eisen die daarvoor gesteld waren lagen hoog maar waren niet door eigen inspanningen te behalen. Je moest eerst en vooral van koninklijke of hoge afkomst zijn. Daarbij kwamen ook de volgende kwalificaties: jongemannen, zonder lichamelijke gebreken zijn, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis, ontwikkeld en met een scherp verstand. Dat zijn zaken waarover jezelf dus niks te zeggen hebt, schoonheid en intelligentie zijn gaven van God. Daar kon Daniël niets aan veranderen en toch werd hij op basis daarvan uitgekozen om aan het hof dienst te doen.
Verder werd hij voorbereid op die taak. Hij moest de taal der Chaldeeën leren en werd onderwezen in de boeken van dat rijk. Ook werd voor hem speciale voeding uitgekozen, elke dag werd zorgvuldig bekeken. Je zou kunnen zeggen dat hij gevoed werd zowel geestelijk als lichamelijk met een uitgelezen en afgewogen dieet. Het werd allemaal voor hem bepaald en zo werd hij klaargestoomd om de grote Nebukadnessar te dienen. Simpelweg werd hij gedurende drie jaar geïndoctrineerd en gemanipuleerd zodat hij een echte Babyloniër zou zijn als ze met hem klaar waren.
Nu lezen we het volgende: Daniël nam zich in zijn hart voor zich aan de reinheidsvoorschriften te houden. Hij vroeg dus om niet die voedingsregels te moeten volgen en niet van de wijn van de tafel van de koning te moeten drinken...omdat, en dit is toch wel erg gedurfd..., hij zich niet wilde verontreinigen!! Die Daniël, die durfde wel!
Daarmee koos Daniël resoluut om God te dienen. Daniël had de balans gemaakt en wou niet dezelfde weg op gaan als zovele andere van zijn eigen volk. Hij had gezien dat God zoiets niet tolereerde en dat maakte hem ervan bewust dat hij het anders zou moeten doen als hij de genade van God wilde aanspreken. Hij had een voornemen, hij wou zich niet verontreinigen en zonderde zich af van de rest, van de Babylonische voorschriften en daarmee van het Babylonische gedachtegoed. Hij zou doen wat God van hem vroeg en dat was de spijswetten houden. Al betekende dit dat hij tegen alles in moest gaan wat de toenmalige wereld van hem verwachtte.
Later zien we Daniël nog zulke gewaagde keuzes maken, meer goede voornemens en God zegende hem.
Dat is dus een mooi voorbeeld van iemand die goede voornemens doet, niet speciaal in het begin van een nieuw jaar, maar toch. Dit zou ons een les kunnen zijn. Hier zien we dat door de balans op te maken, we moeten voortzetten óf dat we ons moeten afkeren van die weg in het verleden. Als hetgeen dat daarvoor gedaan werd niet strookte met Gods gedachten, als het niet tot Zijn eer was, leg het dan af en laat het in het verleden. Vergeet hetgeen achter je ligt (vraag er vergeving voor) en strek je uit naar Jezus, Hij helpt je opnieuw te beginnen.
Maar hier kunnen we ook zien dat we een keuze moeten maken: meedoen met alles wat de wereld van ons verwacht of doen wat God van ons verlangt al druist dat tegen alle principes van de wereld in. Die keuze zou bepaald moeten worden door onze liefde voor God. Hij staat boven alles, zelfs boven koningen en zelfs boven de geschiedenis van de wereld. Deze keuze zal, als die gemaakt word naar Gods wil, ook gezegend worden door Hem. Daniël kiest ervoor om zich rein te bewaren omdat God dat van hem verlangt. Dat is nu eens een goed voornemen! ‘Hiertoe worden ook wij ook opgeroepen in het Nieuwe Testament. Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is’. (1Jh3:3). Om eens een heel praktisch voorbeeld te geven, zouden we volgende tekst kunnen toepassen: ‘Ieder van ons zal zich dus tegenover God moeten verantwoorden. Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen, maar neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven en hun niet te ergeren.’ (Rm14:13)
Dat zou al een mooie start zijn!!
Denk er eens over na hoe dat nog meer in de dagelijkse praktijk zou kunnen toegepast worden en doe hetgeen je je voorneemt in de kracht die God je daartoe geeft!! Succes!
dinsdag 30 december 2008
donderdag 27 november 2008
Proficiat, een zoon!
Het lijkt me toch wel heel normaal dat een vader blij is dat hij een zoon krijgt. Hoewel sommigen zeggen dat dat niet zo belangrijk is, blijkt het echter bij de meeste wel zo te zijn dat een zoon krijgen hoog op het verlanglijstje van mannen staat. Het heeft waarschijnlijk wel te maken met het feit dat het om een soortgenoot gaat van hetzelfde geslacht, zoals een moeder het ook zal leuk vinden om een dochter te hebben. Het geeft een bepaalde verbondenheid omdat je toch iets beter in het kind zijn of haar gedachtenwereld kan meevoelen. Natuurlijk is het zo dat het kind in de leefwereld van de ouder terechtkomt en daarin opgroeit. Een dochter zal dus snel meehelpen met haar moeder en een zoon met zijn vader. Maar dit is een menselijk perspectief en gaat niet altijd op, zeker in de postmoderne tijd waar de standaardwaarden van een gezin niet meer vanzelfsprekend zijn.
In het verleden was een kind krijgen net als nu een fantastisch gebeuren. Maar als je als vrouw geen kind kon krijgen dan was je voor de samenleving vaak een onbelangrijk en geminachte persoon. Je moest als vrouw kinderen op de wereld zetten wilde je meetellen. Ook naar je man toe was het van belang dat je zijn kind droeg en opvoedde. Je gaf hem daarmee aanzien en het was een eer om hem kinderen te schenken. (wat is er veel veranderd!!). Nog belangrijker was het om een zoon te hebben want dan gaf je je man een erfgenaam, een opvolger, iemand die zijn naam voortzetten kon. Het was ondenkbaar dat al je bezittingen zouden overgaan naar een andere naam. Het was dus zeer belangrijk!
Waarschijnlijk is dat de reden waarom dat bij mannen ingebakken zit dat ze graag een zoon krijgen, het zit er al van vroegere tijden.
Eén verhaal in de bijbel maakt dat extra duidelijk, dat van Abraham en Sara. Zij kon geen kinderen krijgen en daar zullen ze beide wel onder geleden hebben. Misschien was het daarom ook wel minder moeilijk om op te geven wat ze in Ur hadden, ze hadden geen toekomst op dat gebied en dus ook niets te verliezen. Toen ze later de belofte kregen van een zoon, iemand die hun nageslacht zou voortzetten, een erfgenaam, was dat ongelooflijk goed nieuws voor hen. Wat moet dat een mooi moment geweest zijn dat die twee oude mensen toch een kind kregen van God, want dat zullen ze wel duidelijk beseft hebben. De lang verwachte zoon werd geboren, nu was er weer hoop, nu was er weer een toekomst. Ze hadden de hoop al wel wat opgegeven eerst, vandaar het lachen bij het krijgen van de belofte, maar ze geloofden ook dat bij God alles mogelijk is.
Het zal een plezier geweest zijn om het kind te zien opgroeien, ze zullen er heel wat aandacht aan besteed hebben om hem gereed te maken voor het leiderschap wat hij later zou moeten opnemen.
Het zal dus best een zware klap geweest zijn dat deze zelfde God die hun het kind gaf met de opdracht kwam om Izaäk te offeren. Het staat niet beschreven maar wat moet er door Abraham zijn hoofd gegaan zijn. Wist Sara ervan af of heeft Abraham het haar niet verteld omdat hij wist hoeveel hartzeer ze ervan zou hebben? Al hun hoop de grond in geboord, de toekomstplannen konden ze wel vergeten, de opvolging zou niet meer verzekerd zijn, geen erfgenaam meer. God stelde Abraham op de proef en wat voor een proef! Hoe zouden wij scoren? God wilde zien of Abraham, nu hij een zoon had, nog altijd op God vertrouwde en niet op het feit dat er nu een erfgenaam was. Hij moest leren om zelfs dat op te geven en volledig zijn toekomst aan God toe te vertrouwen. Hoeveel dingen zijn er in ons leven waarin wij vertrouwen stellen? Ons pensioen misschien? Of andere vooruitzichten zoals de hoop op een welstellender leven, een droomcariere of zijn onze kinderen ook een godje. Abraham toont toch maar even een staaltje van groot geloof, hij laat het niet bij woorden maar laat zien dat dat geloof ook echt is, hij vertrouwde echt op God. Wat een voorbeeld voor ons dat hij doorging en wat een bemoediging dat God hem toch zijn zoon schonk. Als je alles opgeeft voor God zorgt God ervoor dat je méér dan dat terugkrijgt. (zie ook Job)
Zit hier enig vergelijk met wat God ervaren heeft? Zou Hij zolang op Zijn Zoon gewacht hebben als Abraham? Eindelijk dé Persoon die de zonde van de wereld op Zich zou nemen. Eindelijk Iemand die wilde de schuld van de mens op Zich nemen om de mens weer tot Hem te brengen. Toen Jezus geboren werd, zou God toen ook zo blij geweest zijn met Zijn opvolger, Zijn erfgenaam? Bij het opgroeien zal God wel met tederheid naar Hem gekeken hebben en bij de doop van Zijn Zoon spreekt Hij ook uit hoe Hij over Hem denkt. ‘Dit is Mijn geliefde Zoon in wie Ik welbehagen heb’ spreekt boekdelen over hoe trots en blij Hij is met Zijn Zoon.
Later ging Hij aan het kruis en stierf daar voor ons. Wat moet er door het hart van de Vader gegaan zijn? We weten het niet precies, we weten wel dat het de wil van de Vader was dat het zo zou lopen maar toch kunnen we wel de menselijke gevoelens in beschouwing nemen om in te zien dat het niet vanzelfsprekend was. God had ons, slechte en verdorven mensen, meer lief dan Zichzelf, meer dan Zijn Zoon en liet dat daar zien. Niet enkel woorden van liefde maar een daad van ongelovelijke onbaatzuchtige liefde. Hij gaf alles op voor ons.
Zijn Zoon liet Zich leiden naar de slachtbank als een gewillig lam, zoals Izaäk, Hij vertrouwde ook op Zijn Vader en zag wat de erfenis zou zijn van hetgeen Hij zou doen. Hij had ons voor ogen en wist wat de vrucht zou zijn van deze liefdesdaad.
Tegen Jezus kunnen we daarom van harte zeggen: ‘dank U wel!’ en tegen Zijn Vader (en nu ook de onze) zeg ik: ‘Proficiat met Uw Zoon!’
In het verleden was een kind krijgen net als nu een fantastisch gebeuren. Maar als je als vrouw geen kind kon krijgen dan was je voor de samenleving vaak een onbelangrijk en geminachte persoon. Je moest als vrouw kinderen op de wereld zetten wilde je meetellen. Ook naar je man toe was het van belang dat je zijn kind droeg en opvoedde. Je gaf hem daarmee aanzien en het was een eer om hem kinderen te schenken. (wat is er veel veranderd!!). Nog belangrijker was het om een zoon te hebben want dan gaf je je man een erfgenaam, een opvolger, iemand die zijn naam voortzetten kon. Het was ondenkbaar dat al je bezittingen zouden overgaan naar een andere naam. Het was dus zeer belangrijk!
Waarschijnlijk is dat de reden waarom dat bij mannen ingebakken zit dat ze graag een zoon krijgen, het zit er al van vroegere tijden.
Eén verhaal in de bijbel maakt dat extra duidelijk, dat van Abraham en Sara. Zij kon geen kinderen krijgen en daar zullen ze beide wel onder geleden hebben. Misschien was het daarom ook wel minder moeilijk om op te geven wat ze in Ur hadden, ze hadden geen toekomst op dat gebied en dus ook niets te verliezen. Toen ze later de belofte kregen van een zoon, iemand die hun nageslacht zou voortzetten, een erfgenaam, was dat ongelooflijk goed nieuws voor hen. Wat moet dat een mooi moment geweest zijn dat die twee oude mensen toch een kind kregen van God, want dat zullen ze wel duidelijk beseft hebben. De lang verwachte zoon werd geboren, nu was er weer hoop, nu was er weer een toekomst. Ze hadden de hoop al wel wat opgegeven eerst, vandaar het lachen bij het krijgen van de belofte, maar ze geloofden ook dat bij God alles mogelijk is.
Het zal een plezier geweest zijn om het kind te zien opgroeien, ze zullen er heel wat aandacht aan besteed hebben om hem gereed te maken voor het leiderschap wat hij later zou moeten opnemen.
Het zal dus best een zware klap geweest zijn dat deze zelfde God die hun het kind gaf met de opdracht kwam om Izaäk te offeren. Het staat niet beschreven maar wat moet er door Abraham zijn hoofd gegaan zijn. Wist Sara ervan af of heeft Abraham het haar niet verteld omdat hij wist hoeveel hartzeer ze ervan zou hebben? Al hun hoop de grond in geboord, de toekomstplannen konden ze wel vergeten, de opvolging zou niet meer verzekerd zijn, geen erfgenaam meer. God stelde Abraham op de proef en wat voor een proef! Hoe zouden wij scoren? God wilde zien of Abraham, nu hij een zoon had, nog altijd op God vertrouwde en niet op het feit dat er nu een erfgenaam was. Hij moest leren om zelfs dat op te geven en volledig zijn toekomst aan God toe te vertrouwen. Hoeveel dingen zijn er in ons leven waarin wij vertrouwen stellen? Ons pensioen misschien? Of andere vooruitzichten zoals de hoop op een welstellender leven, een droomcariere of zijn onze kinderen ook een godje. Abraham toont toch maar even een staaltje van groot geloof, hij laat het niet bij woorden maar laat zien dat dat geloof ook echt is, hij vertrouwde echt op God. Wat een voorbeeld voor ons dat hij doorging en wat een bemoediging dat God hem toch zijn zoon schonk. Als je alles opgeeft voor God zorgt God ervoor dat je méér dan dat terugkrijgt. (zie ook Job)
Zit hier enig vergelijk met wat God ervaren heeft? Zou Hij zolang op Zijn Zoon gewacht hebben als Abraham? Eindelijk dé Persoon die de zonde van de wereld op Zich zou nemen. Eindelijk Iemand die wilde de schuld van de mens op Zich nemen om de mens weer tot Hem te brengen. Toen Jezus geboren werd, zou God toen ook zo blij geweest zijn met Zijn opvolger, Zijn erfgenaam? Bij het opgroeien zal God wel met tederheid naar Hem gekeken hebben en bij de doop van Zijn Zoon spreekt Hij ook uit hoe Hij over Hem denkt. ‘Dit is Mijn geliefde Zoon in wie Ik welbehagen heb’ spreekt boekdelen over hoe trots en blij Hij is met Zijn Zoon.
Later ging Hij aan het kruis en stierf daar voor ons. Wat moet er door het hart van de Vader gegaan zijn? We weten het niet precies, we weten wel dat het de wil van de Vader was dat het zo zou lopen maar toch kunnen we wel de menselijke gevoelens in beschouwing nemen om in te zien dat het niet vanzelfsprekend was. God had ons, slechte en verdorven mensen, meer lief dan Zichzelf, meer dan Zijn Zoon en liet dat daar zien. Niet enkel woorden van liefde maar een daad van ongelovelijke onbaatzuchtige liefde. Hij gaf alles op voor ons.
Zijn Zoon liet Zich leiden naar de slachtbank als een gewillig lam, zoals Izaäk, Hij vertrouwde ook op Zijn Vader en zag wat de erfenis zou zijn van hetgeen Hij zou doen. Hij had ons voor ogen en wist wat de vrucht zou zijn van deze liefdesdaad.
Tegen Jezus kunnen we daarom van harte zeggen: ‘dank U wel!’ en tegen Zijn Vader (en nu ook de onze) zeg ik: ‘Proficiat met Uw Zoon!’
Abonneren op:
Posts (Atom)