Hier gaan we even wat gevaarlijks doen, je zult wel zien! Op het eerste gezicht zul je misschien niet willen verder lezen maar bijt toch maar eventjes door! Het is niet wat je denkt.
Ik prijs het in u dat u mij bij alles als voorbeeld neemt en u aan de voorschriften houdt die ik u gegeven heb. Ik moet u echter nog het volgende zeggen.
Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus. Iedere man die met bedekt hoofd bidt of profeteert, maakt zijn hoofd te schande. Maar een vrouw maakt haar hoofd te schande wanneer ze met onbedekt hoofd bidt of profeteert, want ze is in dat geval precies hetzelfde als een kaalgeschoren vrouw. Een vrouw die haar hoofd niet bedekt, kan zich maar beter laten kaalknippen. Wanneer ze dat een schande vindt, moet ze haar hoofd bedekken.
Een man mag zijn hoofd niet bedekken omdat hij Gods beeld en luister is. De vrouw is echter de luister van de man. (De man is immers niet uit de vrouw voortgekomen, maar de vrouw uit de man; en de man is niet omwille van de vrouw geschapen, maar de vrouw omwille van de man.) Daarom, en omwille van de engelen, moet een vrouw zeggenschap over haar hoofd hebben. Echter, in hun verbondenheid met de Heer is de vrouw niets zonder de man, en ook de man niets zonder de vrouw. Want zoals de vrouw uit de man is voortgekomen, zo bestaat de man door de vrouw – en alles is ontstaan uit God. Oordeelt u daarom zelf. Is het gepast dat een vrouw met onbedekt hoofd tot God bidt? Leert de natuur zelf u niet dat lang haar een man te schande maakt, terwijl het een vrouw tot eer strekt? Het haar van de vrouw is haar gegeven om een hoofdbedekking te dragen.
Iemand die meent zo eigenzinnig te moeten zijn af te wijken van wat ik zeg, dient te bedenken dat wij noch de gemeenten van God een ander gebruik kennen.
(1 Ko 11:2-16)
Ben je er doorgekomen? Het is een zware dobber en hoeveel discussie heeft dit al teweeggebracht? Christenen zijn er elkaar vaak voor 'in de haren' gevlogen en het is al vaak tot een echte 'haarkloverij' gekomen en dat is nu niet de bedoeling.
Misschien mag dit wel vermeld worden over dit stuk uit Gods Woord: het is wel Gods Woord en dus kunnen we niet negeren dat het erin staat, we moeten er niet met een boog omheen lopen. Verder dit: meestal zijn het mannen geweest die zich over dit stuk uit de bijbel gebogen hebben en hierin een standpunt genomen hebben voor de vrouw. Zo kwam men dan tot besluit dat de vrouw een hoofdbedekking moet aandoen. Vroeger was dit misschien wel minder een probleem maar nu de vrouw toch een geëmancipeerde plaats verworven heeft lijkt het beter dat elke vrouw dit nu maar eens voor zichzelf uitzoekt. De vraag is dan voor alle gelovige vrouwen: ‘hoe ziet God dit en wat verlangt Hij van mij dat ik doe om Hem te eren?’. Het zou goed zijn dat iedere man dat maar loslaat en aan de vrouw overlaat, vrouwen zijn mans genoeg!
Maar daar gaan we verder niet op in. Het gaat meer om het principe dat erachter zit. Het is namelijk zo dat de vrouw in deze tekst zich anders gaat gedragen omdat ze in de kerk komt. De vrouwen in die tijd hadden sowieso een hoofdbedekking op, de hele dag door, en ze deden die af bij het samenkomen van de gemeente. Nu moet vermeld worden dat dit slechts een mening is dat dit stuk zo te interpreteren is (wel één die het overwegen waard is, niet zomaar uit lucht gegrepen). Maar laten we veronderstellen dat het zo is uit te leggen. De vrouwen gingen zich dus anders gedragen in de gemeente dan dat ze buiten de gemeente deden. Als we deze insteek gaan hanteren voor het uitleggen dan is het principe dat hierin naar voren komt wel duidelijk: ‘gedraag je niet anders in de kerk dan daarbuiten’.
Dit is wel minstens zo confronterend! Hoe vaak gedragen mensen zich zo anders in de kerk dan daarbuiten? Als we een grote katholieke kerk bezoeken en onder de indruk zijn van de weelde en grootsheid van het gebouw en de ornamenten daarin dan worden mensen stil. Dat hoort ook zo, toch? Of ligt het niet zozeer aan de kerk zelf maar aan de sfeer die een heiligdom volgens ons behoort te hebben, sereen, plechtig en vol schroom? Hoe komt dat nu precies? Waarom gaan we ons anders gedragen? Uit eerbied voor God misschien, dat zou best mogen ook, soms lijken mensen te weinig eerbied te hebben. Het is eigen aan ons dat we ons altijd beter willen voordoen dan we werkelijk zijn of dat we tenminste naar de ander zijn verwachting willen opleven of zo. Als iemand vraagt ‘hoe is het?’ dan zul je zelden horen dat het slecht gaat. Vaak zeggen we dan ‘goed’ ook al is dat eigenlijk niet zo.
Zo heb je mensen die in de kerk binnenkomen en ze zijn o zo blij en opgewekt, ze laten zichzelf overkomen als de gelukkige christen bij wie het allemaal snor zit. Later blijkt dan dat ze helemaal niet zo opgewekt zijn in hun dagelijkse bezigheden maar eerder brompotten blijken. En dan heb je het omgekeerde ook, mensen die thuis heel gewoon, sociaal en vlot in de omgang zijn, slaan opeens om in een stugge, starre houding en kunnen met moeite ‘goedendag’ zeggen tegen de medegelovige. Beide van deze soort wil zich beter voordoen dan ze zijn en beide denken beter te zijn dan die ander door hun gedrag. Ze proberen een vorm van christen-zijn aan te nemen door zich zo te gedragen als van hen verwacht wordt. De één doet zich gelukkiger voor dan hij of zij is, de ander doet zich voor als de religieus, de ingetogen en eerbiedige persoon. Het zijn beide typen van de farizeeër die zich op de borst sloeg en zei: ‘gelukkig ben ik niet zoals hij daar (de tollenaar)’. Kijk, ik gedraag mij zoals God wil dat ik mij gedraag in Zijn huis.
Is dat waar? Is er een bepaald gedrag voorgeschreven in Gods huis, de gemeente? Moeten we stil, eerbiedig zijn en er dan bij zitten alsof we depressief zijn? Of moeten we opgewekt, uitbundig en uitgelaten zijn? Ik denk dat we uit het tekstgedeelte kunnen opmaken dat we ons niet anders moeten voordoen dan we eigenlijk zijn. Voelen we ons eens niet goed? Dat geeft niet, we hoeven ons niet blij voor te doen! Voelen we ons uitgelaten? Dat geeft ook niet, we hoeven ons niet depri te gedragen. Wat is eerbied hebben voor God dan? Wel, het woord zegt het zelf, Hem eer bieden. Hem dus eren door wie we zijn, niet door wie we volgens de kerkregels zouden moeten zijn. Pas als we ons gedragen zoals we echt zijn, zoals God ons geschapen heeft, geven we Hem de eer, anders zoeken we eigen eer en eer van mensen.
We mogen bij God komen zoals we zijn, zo lief heeft Hij ons. Maar Hij heeft ons té lief om ons zo te laten. (Visje). Dat betekent dat Hij ons wel vormt en dat niet alle gedragingen door de beugel kunnen.
Nader tot God, dan zal hij tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars. (Jk 4:8). In het engels staat er hier niet ‘weifelaars’ maar ‘double minded’ wat zoveel betekent als ‘iemand met twee gezichten’. Hebben wij twee gezichten of laten we ons ware gezicht zien? Gedragen we ons zoals we zijn of doen we ons voor als ‘de goeie christen die doet zoals het hoort’? Hoe dan ook, kijk eens naar jezelf en vul het maar in. Wees eerlijk met jezelf, God kent je hart, Hem hou je niet voor de gek hoor! Hij is het die het hart en de nieren toets.
zondag 25 oktober 2009
zaterdag 26 september 2009
zijn er nog taboes?
Als er nu eens iets is waartegen mensen zich verzetten zijn het taboes. Alles moet kunnen en alles mag openbaar zijn. Er bestaan geen erge dingen die ons nog kunnen shocken of waarvan we denken dat het toch maar heel absurd is. Allerlei gekke dingen worden zo snel mogelijk als normaal bestempeld en de freakshow gaat op in de circus die we de wereld noemen. Tolerantie voor iedere rariteit en extremistische idee kleuren onze samenleving. Niets is nog te gek of te dol. Op die manier zouden er toch geen taboes meer kunnen bestaan, zo denkt men waarschijnlijk. Nochtans is het heel duidelijk dat er heel wat zaken zijn die niet bestempeld staan als taboes maar waar men zeker niets van moet hebben. In tegenstelling tot al de seksuele escapades en bizarre gedachten, die sinds de seksuele revolutie allemaal getolereerd en geaccepteerd zijn, en waarover men vrijuit kan praten alsof het de normaalste zaak is, daar staat tegenover dat er heel wat godsdienstige dingen gewoonweg niet meer kunnen gezegd worden.
Vanuit ervaring weten christenen best dat het heel moeilijk is om nog iets te kunnen zeggen over Jezus of God. Mensen klappen direkt dicht en mijden dit soort gesprekken als de pest. Natuurlijk heeft dat wel een oorzaak maar toch is het opmerkelijk dat in deze tijd waarin taboes worden weggewerkt en transparantie gepromoot wordt, juist datgene wat vroeger hét onderwerp van gesprek was nu een taboesfeer om zich heeft. Er moet toch openheid zijn? Alles moet toch kunnen? En dan blijkt dat dat helemaal niet de kwestie is als puntje bij paaltje komt. Er zijn heel wat taboes weggewerkt, hoewel dat vaak niet positief kan worden beschouwd, maar er zijn er ook weer bijgekomen. Het is de lijn die het zwarte van het witte scheidt die ervoor zorgt dat als het ene geaccepteerd wordt, het andere geen recht meer heeft van bestaan. Dat zijn de keuzes die gemaakt worden en daar gaat het druk de foute kant op.
Het is veelal een reaktie op het conservatieve, een tegengaan van de behoudende mens. Alles moet overboord wat vroeger was, het kind vaak met het badwater mee. Het is een afzetten tegen de gevestigde waarden en een protest tegen alles wat als normaal werd gezien. Maar door dit reageren is de wereld een stuk complexer geworden. Het grijze gebied, waar eens een duidelijke lijn was, is zoveel groter geworden.
Door het zich afzetten van alles en nog wat zijn vele taboes doorbroken maar het beeld van wat mag en niet mag is daardoor veel vervaagd. Daarover spreken we liever niet. Een titel van een Nederlandse film typeert dit alles: ‘van God los’. De decadentie neemt steeds meer toe en zoals Plato zei: ‘als de muziek van een samenleving een andere klank begint te vertonen is het einde van die beschaving nabij’. Dat is wat we lezen in de apocalyptische woorden waar openbaring van verhaalt. Ontegensprekelijk waar.
Maar nu we deze tendens hebben vastgesteld voor onze omgeving en de gehele wereld is het tijd geworden om eens hand in eigen boezem te steken. Zijn er binnen het christendom nog taboes? Zijn er zaken waarover men niet wil spreken of niet meer kan spreken? En veel belangrijker is of dat eigenlijk wel kan want tenslotte pretenderen we dat Gods Woord gezag heeft en dat alles wat er in staat waarheid is.
Toch is het blijkbaar ook niet meer zo eenvoudig om een duidelijk standpunt in te nemen als gemeente in de wereld over allerhande zaken. De theologie heeft voor heel wat positieve ontwikkelingen gezorgd maar heeft zeker ook heel wat onduidelijkheid met zich meegebracht. Zo vinden we bij allerlei verschillende strekkingen allerhande interpretaties over de Bijbel en wie durft nog te zeggen dat de één ongelijk heeft en dat de ander (meestal vanuit eigen standpunt) gelijk heeft. De één proclameert het dichtst de apostolische overlevering te benaderen en wijst anderen als afvalligen af. Onenigheid is een typisch kenmerk van het christendom en dat terwijl vanuit de Bijbel juist verwacht wordt dat we eensgezind zijn. Dat valt moeilijk te rijmen, zeker naar de buitenwereld toe. Niet dat we nu voorstanders moeten zijn van een wereldkerk en allemaal maar genoeg water bij de wijn zouden moeten doen, dat niet, maar wel dat er een voorbeeld naar buiten moet gegeven worden dat christenen samen met elkaar overweg kunnen juist ook als ze een verschillende mening hebben. Maar hoe moeilijk is dat!
Nu hebben we het over de kerk in de wereld maar hoe zit het met onze eigen gemeente? Zijn er dingen die achterwege gelaten worden omdat ze beangstigend zijn omdat er misschien nog maar eens een scheuring zou kunnen ontstaan? (en dat is het laatste wat we zouden willen toch?) Of zijn er standpunten die eigenlijk niet meer kunnen besproken worden door de tendens of de tijdsgeest die het ‘verantwoord’ maatschappelijk denken beheerst. Zullen we het eens hebben over genezingsdiensten of zalving? Misschien over de werking van Gods Geest. Of over de opname van de gemeente, de terugkomst van Christus. Helemaal zullen we het maar niet hebben over de positie van de vrouw, daar wil niemand zich meer aan verbranden. Maar ook scheidingen, homoseksualiteit, geld en politiek, gemeentelijke tucht, ... En deze lijst is eigenlijk nog lang niet af.
Jazeker er zijn nog heel wat taboes in onze gemeente en vooral het jammere daarvan is dat op die manier omgaan met Gods Woord, God de mond gesnoerd wordt. We gaan dan heel selectief met de Bijbel om en lezen enkel nog dat waar we weg mee weten en laten een schat aan infomatie liggen. Een zeer goed voorbeeld is de hele kwestie van de opname van de gemeente en de eindtijd. Omdat we weten dat dit een spanningsveld is waarover er verschillende meningen bestaan vermijden we verder nog elk gesprek of prediking daarover. Wat is het gevolg? We spreken haast niet meer over de terugkomst van Christus en daardoor zien we er eigenlijk ook niet meer zo naar uit. Het vervaagd in onze theologie en we gaan vooral andere punten benadrukken zoals het heden in plaats van te zien op de toekomst.
Een ander voorbeeld is de positie van de vrouw. Welke man durft het nog aan om te zeggen dat de Bijbel ons leert dat de vrouw onderdanig moet zijn aan haar man? Hopelijk heb je dan een heel dik rugbypak aan en kan je hard rennen! Nochtans is het van groot belang dat er een goed verstaan is van deze dingen, ze vormen de basis van een goede samenleving door onze gezinnen!
Maar het is niet de bedoeling dat iedereen nu de haren heeft rechtstaan. Het zou wel duidelijk moeten zijn dat er genoeg dingen onbespreekbaar geworden zijn en dat God daar de dupe van is om het maar eens zo te zeggen. Willen wij als christenen dan zo graag opleven naar hoe mensen ons vaak zien: de meest irritante en eigenzinnige, koppige en moeilijke mensen die er zijn? Of willen we een ander beeld geven naar buiten toe, een beeld van verdraagzaamheid en begrip (maar geen compromis), maar altijd liefdevol. Als we dat beeld willen tonen dan beginnen we best eens bij onszelf.
Vrede bewaren is op zich niet slecht maar wel als het ten koste gaat van veel belangrijkere zaken. Er staat dan ook: ‘zalig de vredestichters’ en dat is werken!!
Vanuit ervaring weten christenen best dat het heel moeilijk is om nog iets te kunnen zeggen over Jezus of God. Mensen klappen direkt dicht en mijden dit soort gesprekken als de pest. Natuurlijk heeft dat wel een oorzaak maar toch is het opmerkelijk dat in deze tijd waarin taboes worden weggewerkt en transparantie gepromoot wordt, juist datgene wat vroeger hét onderwerp van gesprek was nu een taboesfeer om zich heeft. Er moet toch openheid zijn? Alles moet toch kunnen? En dan blijkt dat dat helemaal niet de kwestie is als puntje bij paaltje komt. Er zijn heel wat taboes weggewerkt, hoewel dat vaak niet positief kan worden beschouwd, maar er zijn er ook weer bijgekomen. Het is de lijn die het zwarte van het witte scheidt die ervoor zorgt dat als het ene geaccepteerd wordt, het andere geen recht meer heeft van bestaan. Dat zijn de keuzes die gemaakt worden en daar gaat het druk de foute kant op.
Het is veelal een reaktie op het conservatieve, een tegengaan van de behoudende mens. Alles moet overboord wat vroeger was, het kind vaak met het badwater mee. Het is een afzetten tegen de gevestigde waarden en een protest tegen alles wat als normaal werd gezien. Maar door dit reageren is de wereld een stuk complexer geworden. Het grijze gebied, waar eens een duidelijke lijn was, is zoveel groter geworden.
Door het zich afzetten van alles en nog wat zijn vele taboes doorbroken maar het beeld van wat mag en niet mag is daardoor veel vervaagd. Daarover spreken we liever niet. Een titel van een Nederlandse film typeert dit alles: ‘van God los’. De decadentie neemt steeds meer toe en zoals Plato zei: ‘als de muziek van een samenleving een andere klank begint te vertonen is het einde van die beschaving nabij’. Dat is wat we lezen in de apocalyptische woorden waar openbaring van verhaalt. Ontegensprekelijk waar.
Maar nu we deze tendens hebben vastgesteld voor onze omgeving en de gehele wereld is het tijd geworden om eens hand in eigen boezem te steken. Zijn er binnen het christendom nog taboes? Zijn er zaken waarover men niet wil spreken of niet meer kan spreken? En veel belangrijker is of dat eigenlijk wel kan want tenslotte pretenderen we dat Gods Woord gezag heeft en dat alles wat er in staat waarheid is.
Toch is het blijkbaar ook niet meer zo eenvoudig om een duidelijk standpunt in te nemen als gemeente in de wereld over allerhande zaken. De theologie heeft voor heel wat positieve ontwikkelingen gezorgd maar heeft zeker ook heel wat onduidelijkheid met zich meegebracht. Zo vinden we bij allerlei verschillende strekkingen allerhande interpretaties over de Bijbel en wie durft nog te zeggen dat de één ongelijk heeft en dat de ander (meestal vanuit eigen standpunt) gelijk heeft. De één proclameert het dichtst de apostolische overlevering te benaderen en wijst anderen als afvalligen af. Onenigheid is een typisch kenmerk van het christendom en dat terwijl vanuit de Bijbel juist verwacht wordt dat we eensgezind zijn. Dat valt moeilijk te rijmen, zeker naar de buitenwereld toe. Niet dat we nu voorstanders moeten zijn van een wereldkerk en allemaal maar genoeg water bij de wijn zouden moeten doen, dat niet, maar wel dat er een voorbeeld naar buiten moet gegeven worden dat christenen samen met elkaar overweg kunnen juist ook als ze een verschillende mening hebben. Maar hoe moeilijk is dat!
Nu hebben we het over de kerk in de wereld maar hoe zit het met onze eigen gemeente? Zijn er dingen die achterwege gelaten worden omdat ze beangstigend zijn omdat er misschien nog maar eens een scheuring zou kunnen ontstaan? (en dat is het laatste wat we zouden willen toch?) Of zijn er standpunten die eigenlijk niet meer kunnen besproken worden door de tendens of de tijdsgeest die het ‘verantwoord’ maatschappelijk denken beheerst. Zullen we het eens hebben over genezingsdiensten of zalving? Misschien over de werking van Gods Geest. Of over de opname van de gemeente, de terugkomst van Christus. Helemaal zullen we het maar niet hebben over de positie van de vrouw, daar wil niemand zich meer aan verbranden. Maar ook scheidingen, homoseksualiteit, geld en politiek, gemeentelijke tucht, ... En deze lijst is eigenlijk nog lang niet af.
Jazeker er zijn nog heel wat taboes in onze gemeente en vooral het jammere daarvan is dat op die manier omgaan met Gods Woord, God de mond gesnoerd wordt. We gaan dan heel selectief met de Bijbel om en lezen enkel nog dat waar we weg mee weten en laten een schat aan infomatie liggen. Een zeer goed voorbeeld is de hele kwestie van de opname van de gemeente en de eindtijd. Omdat we weten dat dit een spanningsveld is waarover er verschillende meningen bestaan vermijden we verder nog elk gesprek of prediking daarover. Wat is het gevolg? We spreken haast niet meer over de terugkomst van Christus en daardoor zien we er eigenlijk ook niet meer zo naar uit. Het vervaagd in onze theologie en we gaan vooral andere punten benadrukken zoals het heden in plaats van te zien op de toekomst.
Een ander voorbeeld is de positie van de vrouw. Welke man durft het nog aan om te zeggen dat de Bijbel ons leert dat de vrouw onderdanig moet zijn aan haar man? Hopelijk heb je dan een heel dik rugbypak aan en kan je hard rennen! Nochtans is het van groot belang dat er een goed verstaan is van deze dingen, ze vormen de basis van een goede samenleving door onze gezinnen!
Maar het is niet de bedoeling dat iedereen nu de haren heeft rechtstaan. Het zou wel duidelijk moeten zijn dat er genoeg dingen onbespreekbaar geworden zijn en dat God daar de dupe van is om het maar eens zo te zeggen. Willen wij als christenen dan zo graag opleven naar hoe mensen ons vaak zien: de meest irritante en eigenzinnige, koppige en moeilijke mensen die er zijn? Of willen we een ander beeld geven naar buiten toe, een beeld van verdraagzaamheid en begrip (maar geen compromis), maar altijd liefdevol. Als we dat beeld willen tonen dan beginnen we best eens bij onszelf.
Vrede bewaren is op zich niet slecht maar wel als het ten koste gaat van veel belangrijkere zaken. Er staat dan ook: ‘zalig de vredestichters’ en dat is werken!!
Abonneren op:
Posts (Atom)