Zijn oog is altijd op je gericht

Zijn oog is altijd op je gericht

vrijdag 12 september 2008

Jasser en Abu

Jasser en Abu

Jasser en Abu zijn twee jongens die niet bij elkaar weg te denken zijn, zie je de één dan zie je de ander. Deze zomer was het feest!! Ze mochten beide naar het zomerkamp!! Voor de eerste keer, het was zowat de beloning op de besnijdenis die ze het jaar daarvoor nog gedaan hadden. Van nu af aan werden ze als grote mensen, volwassenen gezien en zo voelden ze zich natuurlijk ook. Als je ze zag zou je ook niet denken dat ze nog maar elf jaar waren, redelijk fors gebouwd en al wat behaarder dan de andere jongens van hun leeftijd. Je zou kunnen denken dat ze al vijftien zouden zijn. Daardoor voelden ze zich natuurlijk trots, ze hoorden er echt bij nu, ze telden mee als man!
Het zomerkamp zou heel leuk zijn, zo hadden ze zich laten vertellen, veel dingen doen die jongens graag doen, wild en spannend! De oudste broer van Jasser, Joktan vertelde er zo’n stoere verhalen over dat ze het echt zagen zitten. Jammer dat Joktan dit niet zou kunnen zien, vorig jaar kreeg hij een ongeluk en stierf aan de verwondingen. Hij had dit zo graag willen meemaken! Hij zou zo trots zijn op zijn kleine broer en zijn neefje!
Elk dag sloop en kroop voorbij tot de dag aangebroken was, dat ze eindelijk op kamp mochten. Ze voelden het kriebelen in hun buik en waren zo zenuwachtig wat er nu zou gebeuren. Vader had hun gebracht en aan de kampleiding toevertrouwd waarnaar hij weer vertrok naar huis. Ja, het was een hele rit van Gaza naar Rafah, waar het kamp was, maar ze waren er en dit zou te gek worden!
Ja, te gek was het wel! Honderden kinderen ongeveer van hun eigen leeftijd, waren er om deze zomer te leren over allerlei dingen die belangrijk zijn in het leven. Zo leerden ze bijvoorbeeld hoe ze Kassam raketten en granaten moesten afschieten, hoe ze bommen moesten maken, hoe ze met geweren moesten omgaan en hoe ze vanuit hinderlagen kunnen toeslaan. Het leukste was dat een leider, vermomd als zo’n hatelijke Jood, met een auto binnenreed in het kamp. Toen moesten we laten zien hoe ze hem zouden aanpakken en wat ze met hem zouden doen. Daarbij kregen ze mooie soldatenuniformen aan om het zo echt mogelijk te maken en moesten ze hem in de val lokken. Dat was spannend!!
Toen het kamp gedaan was kregen ze allemaal een diploma waarop stond hoe goed ze het wel gedaan hadden en werd ons verteld dat te blijven volhouden. Jasser scoorde betrekkelijk goed op alle gebied en hem hoefden ze echt niet te vertellen dat de Israëli’s slechte mensen waren, hij haatte ze toch al om wat ze zijn broer hadden gedaan! Hij zou ze dat wel betaald zetten, hij was er klaar voor! Abu, die blonk vooral uit in het maken van bommen en raketten, hij zag het wat grootser en zei nadien dat hij wel een Israëlische tank of vliegtuig zou gaan opblazen één dezer dagen.
Hoe lang nog, Heer, moet ik om hulp roepen en luistert u niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt u geen redding? Waarom toont u mij dit onheil en ziet u zelf de ellende aan? Ik zie slechts verwoesting en geweld, opkomende twist en groeiende tweedracht. (Habakuk 1:2,3)
Wij mogen blij zijn dat jongeren in onze gemeente naar een kamp konden gaan waar ze over Jezus leerden en dat ze hun naaste moeten liefhebben als zichzelf.

Geen opmerkingen: